Monterey - San Simeon
We hadden vorige zomer in Noorwegen al een walvissafari gedaan en hadden toen twee potvissen gezien, waar we danig van onder de indruk waren (Lotte spreekt nog altijd over hun staart!). Moesten we ons geluk dan nog eens op de proef stellen met een andere walvissafari (deze keer in Monterey, California), met het risico ontgoocheld te worden? Jazeker!
Toen de wekker om 6u afging, lagen we eigenlijk al een uur te soezelen: het uurverschil en misschien ook wel wat ongeduld voor de walvissen...
Een uurtje later schoven we aan de ontbijttafel (voor véél te zoet brood, een eitje en wat fruit): goed eten zou helpen tegen zeeziekte... Nog voor 8u stond iedereen klaar om "in te schepen" op de Sea Wolf II, in de verte hadden we toen al zeeleeuwen gezien. Wat we niet wisten, was dat we dicht bij een rots zouden varen, die vol zat met zeeleeuwen (en niet met eentje, zoals ik eerst dacht)...
We waren nog niet zo lang onderweg (10 minuten of zo), toen we de eerste zeedieren te zien kregen: enkele Risso-dolfijnen (Grampers) zwommen dicht langs onze boot voorbij. Dat op zich vond ik al zo spectaculair (ik werd er al emotioneel van), maar het ging eigenlijk alleen maar in stijgende lijn...
De dolfijnen zwommen richting land, dus was onze ontmoeting slechts kort, maar wel indrukwekkend. Daarna werd er verder naar het zuiden gevaren, met de kust nog steeds in zicht, wel een uur lang. Om niet te erg af te koelen, kropen we maar binnen, tot de eerste bultruggen werden gesignaleerd. En dat is meervoud, jawel. Eerst eentje dicht bij de boot, dan een groepje van zes hier, een groepje van vier daar,... De zeeleeuwen voerden zelf ook nog een show op rond de boot, alsof ze wilden zeggen dat zij er ook nog waren...
Rugvinnen, te veel om te tellen, verschenen beurtelings, soms gelijktijdig, boven het water. Staarten, soms vijf tegelijk! En wij maar foto's trekken, wij maar kijken en genieten. Lotte kreeg het wel koud en wilde terug naar binnen, maar dat konden we gelukkig nog even uitstellen door haar mijn jas te geven.
We wisten niet waar eerst te kijken. Het leek alsof er overal wel bultruggen zaten, zowel dichtbij als veraf staarten ("fluking"), rugvinnen, opgespoten water,... Wat een spektakel! Tientallen (100?) foto's later begonnen we met een wijde bocht aan onze terugkeer en kropen we weer naar binnen.
Iemand was door een map met foto's aan het bladeren en ons oog viel op foto's van opspringende walvissen. Daar moet je toch ongelooflijk veel geluk voor hebben (en vaak op walvissafari gaan), dachten we nog, maar nog geen kwartier later was het aan ons! Heel dicht bij de boot schoot een jonge bultrug de lucht in. Compleet verbouwereerd en gepakt op snelheid werd het beeld in ons netvlies gebrand, maar foto's hadden we niet. Nog niet! Want onder het goedkeurend oog van de mamawalvis bleef het jonge dier maar opspringen ("breaching"). Het was eigenlijk overdreven, om eerlijk te zijn.
Iedereen blééf maar foto's nemen en "oh" en "ah" zeggen! Jammergenoeg moesten we tegen 12u terug in de haven zijn, dus moesten we de jonge walvis (en zijn mama) achterlaten. Niemand had daar zin in, zelfs de walvis niet, die - bij wijze van afscheid - zijn zijvinnen boven water stak en ons leek uit te wuiven. Met pijn in het hart keerden we terug naar de haven, zelfs de kapitein vond het jammer.
We pikten onze auto op en zetten koers richting San Simeon. De oorspronkelijke bedoeling was om de kustweg te volgen, maar verschillende landverschuivingen op het traject hadden roet in het eten gegooid. We moesten dus maar het binnenland in, door grote land- en wijnbouwgebieden. De vermoeidheid werd me toch teveel en ik dommelde een paar keer in.
Onderweg stopten we een paar keer: om boodschappen te doen, te tanken en te eten. We waren blij dat we onze boterhammen en (vreemd smakend) fruit in de schaduw konden opeten, want de temperatuur ging vlotjes over de 30°C inmiddels (zelfs naar de 40°C toe). Wat een contrast met vanmorgen, toen we met een lange broek, trui en jas zelfs nog te koud hadden!
We moesten uiteindelijk nog een stukje kustweg volgen, maar toen we rechts van de weg enkele zebra's in een wei zagen staan, moest ik toch even in mijn arm laten knijpen. Even verder streek er een gier neer bij een verkeersslachtoffer in het midden van de weg. Hij had nauwelijks oog voor ons.
We reden ons hotel voorbij en volgden een mooi stukje kustweg naar een uitkijkpunt, waar vaak zeeolifanten aan land komen. En ja, hoor, er zaten er, en veel ook, maar wat een bende luieriken! Ze liggen daar maar - als een hoopje blubber - naast elkaar in de zon. Af en toe zwiepen ze wat zand over zich heen of richt er eentje zich op alsof hij zich ervan wilt vergewissen waar hij is en of er nog anderen zijn. Zo gaat het al sinds 1990. In 1997 werd een omheining geplaatst, zodat de toeristen de zeeolifanten niet langer op het strand kunnen gaan storen.
Het liep daar vol met eekhoorntjes, die helemaal niet schuw waren. Als ze ook maar dénken dat ze eten krijgen, zouden ze zelfs over je tenen trippelen... Maar intussen wordt het expliciet verboden hen te voederen (al gebeurt dat ongetwijfeld wel nog).
In het hotel genoten we van het zwembad en het bubbelbad, alvorens we gingen eten in een Mexicaans restaurant. Lotte viel daar al in een diepe slaap en ze werd zelfs niet wakker toen we haar optilden, in de auto zetten en haar er weer uit haalden. Er zat dus niets anders op dan haar met kleren en al in bed te stoppen. Wij gingen kort nadien ook slapen...
Reacties
Een reactie posten