Salzwelten Hallein

Het was al half acht toen Lotte aangetrippeld kwam en ons zachtjes wekte.  Nevelig en bewolkt, maar wel droog!

Na ons puddingontbijt en een kort verjaardagstelefoontje naar moemoe vertrokken we naar Hallein om de Salzwelten te bezichtigen.  Onze tickets voor de toer van 9u40 hadden we gelukkig op voorhand geboekt.


Iedereen moest beschermende kleding aantrekken (oversized broek en ditto wit hemd met kap; Piepje kwam er bij Lotte nog net bovenuit) en dan konden we allemaal bovenop een treintje gaan zitten voor een korte rit die ons 600m ver en 120m diep de berg in bracht, langs schaars verlichte tunnels.  Lotte was in het begin wat bang en begon stilletjes te huilen, maar zingen deed de angstjes verdwijnen.  Toen we na een tijd samen een houten glijbaan moesten afroetsjen, kon het plezier niet op.  Vandaag waren we allemaal weer even kind!


Op verschillende plaatsen bleven we staan en gaf onze gids Thomas (met zwarte vest met 29 gouden knopen voor de 29 levensjaren van de patroonheilige van de bergwerkers, Sint-Barbara) wat uitleg over het procédé van de zoutwinning, de geschiedenis van de mijn, de enorme druk die de mijnschachten vernauwt,...


We moesten allemaal plaatsnemen op een boot die geruisloos over het water van een onderaards zoutmeer gleed.  En daarna: nóg een glijbaan, steiler en langer dan de eerste (kriebeltjes in de buik!).  Op het diepste punt zaten we 210m onder de grond...


Na een dik uur bracht een roltrap ons weer bij het treintje dat ons ditmaal weer richting daglicht bracht.  We keken nog wat rond in het winkeltje (we kochten een mooie zoutlamp en wat stickers voor het in het reisdagboek van Lotte) en gingen dan picknicken op een treinwagonnetje dat op de parking stond.


Aangezien het ondertussen weer zonnig was, gingen we nog even langs het nagebouwde Keltische dorp (de Kelten ontgonnen hier al zout) en de speeltuin.  Daar werd Lotte op zo'n draaiding (of beter gezegd: er vanaf) slachtoffer van de middelpuntvliedende kracht (en haar eigen ongeduld om eraf te gaan).  Maar net als alle andere ouders moeite hadden om hun kroost te overtuigen om nu toch wel eindelijk naar huis te gaan, verging het ook ons.


Na de boodschappen hielp ik Lotte met het uitzoeken van prentjes en stickers voor haar reisdagboek en bespiedden we een vogel op balkonhoogte in een afgestorven berk (waarschijnlijk een boomkruiper).  Terwijl manlief het eten maakte, mocht ik met Lotte een huisje bouwen met Duplo (een waar gedrocht).

Na de douche ontdekten we dat Lotte een teek had tussen haar tenen en die moest er natuurlijk uit.  De tekentang aanzag ze als een foltertuig en ze zette dus al goed haar keel open nog voor ik er goed en wel was aan gekomen.  Ze liet zich nog wat vertroetelen met zalf ("Daar ook, mama!") en ging goedgemutst slapen.

Wim ging daarna lopen tot aan de Königssee en terug (zoals ik enkele dagen geleden, maar met valpartij, gelukkig zonder veel erg), terwijl ik nog wat Japanse puzzels oploste en oefeningen deed.  Hij was nog geen vijf minuten thuis of de hemelsluizen gingen open (en goed ook).

We genoten nog van het gezellige schijnsel van onze zoutlamp en gingen tegen 22u30 slapen.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Het einde van de wereld

Regendag