Valschaviel Maisäß & Gibau Alpe

Om 7u werden we gelijktijdig gewekt door de klokken van de kerk en Lotte, die een bloedneus had.  Gelukkig konden we daarna nog een uurtje verder slapen.


De zon scheen en we hadden er zin in!  Om half 10 trokken we goedgemutst de deur van Bonawinkel Hus achter ons dicht en doorkruisten we de weide/skipiste naar beneden.  Na een korte passage langs hotel Saladina (niemand gezien), begonnen we aan onze klim, langs de kerk en dan de Gosta.


Aanvankelijk enkel asfalt onder onze voeten, kozen we op de eerste splitsing de weg naar rechts om zo sneller op een toffer paadje te komen.  Dat toffere, smalle paadje door het gras liet niet lang op zich wachten.  Het was eerst nog wat zoeken, maar daarna vonden we vlot onze weg langs het wit-rood-witte pad, door het sparrenbos.  Veel sporen van eekhoorns (aangevreten sparrenappels)!


We hadden nog maar net de bemerking gemaakt dat het "toch echt een gemzenbos" was, toen er boven ons een prachtexemplaar opdook.  Alweer voelden we ons beloond door de natuur!


We hoorden de Valschaviel Bach al de hele tijd aan onze linkerkant en uiteindelijk staken we een brugje over en vervolgden we onze tocht, dit keer via een stijgend Schotterpfad.  Niet meteen het tofste pad om op te lopen, maar de omgeving maakte alles goed.


Tegen etenstijd kwamen we bij de hutten van de Valschaviel Maisäß (hier zouden we wel eens willen logeren!).  Het perfecte moment en de perfecte plek om ons picknickdeken uit te spreiden!  Het was moeilijk kiezen op welke kant je zicht wilde hebben tijdens het eten.  Wim maakte dan maar twee timelapse-filmpjes.  Het gras rondom ons was "vergeven" van de kevertjes.


Ons plan was om wat verder de vallei in te wandelen, de rivier over te steken en dan via een omweg over een top (de Gibau Alpe) terug te keren, maar het brugje over de rivier was met rood-wit lint afgesloten.  Gewoon terugkeren dan maar?  Lotte had het woord "top" gehoord en we moesten en zouden 'em beklimmen.  We keerden op onze stappen terug tot op het punt waar we op de Schotterweg waren gekomen.  Een heel eind dalen dus...


We sloegen een smal, steil paadje in door het bos en begonnen zo aan dé klim.  Het paadje kronkelde en slingerde door het bos omhoog, soms door beekjes.  Ik bleef per ongeluk staan wachten bij een dode marter, daar verschoot Lotte wel even van...


We bleven verder klimmen en moesten uiteindelijk nog door een koeienweide om aan de Gibau Alpe te komen.  We maakten een grote boog om alle koeien, zo goed als we konden, en bereikten zo het letterlijke hoogtepunt van de dag.  We genoten van het uitzicht (en van onze - en dan vooral die van Lotte - prestatie).  Een stevig gebouwde koe bekeek ons wat vies en we begonnen in der haast aan onze afdaling, terug langs dezelfde weg.  De afdaling was steil en onze tenen begonnen nu pijn te doen i.p.v. onze hielen.


Terug bij de rivier keerden we terug langs de weg, i.p.v. het kleine paadje door het bos te nemen.  Dat was wel minder interessant, maar zo waren we tenminste nog op tijd terug om inkopen te doen, weliswaar zonder veel marge.  Onze uurwerken hadden intussen een platte batterij...  Lotte pikte de dode meikever die ze vanmorgen had verstopt op toen we bij de Ill kwamen.


Terug bij het huisje - met 18.4km en 1300 hoogtemeters in de benen - gunden we onze voeten wat vrijheid, zetten de sauna aan en gingen - met de auto - naar de winkel.  Na brood met kruidenboter uit de oven, gingen we onze pijnlijke spieren verwennen in de sauna.  Wat deed dat deugd!


Aangezien de Rode Duivels tegen Italië moesten spelen, aten we (veel) ravioli, met véél kaas.  Tijdens de rust staken we Lotte in bed, maar het kalf was toen helaas al verdronken...  Ontgoocheld en uitgeput kropen we na de match in bed.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Het einde van de wereld

Regendag