Saarbrücker Hütte - Tübinger Hütte

Rond 6u wekte Lotte ons, omdat ze naar het toilet moest en ze van ons niet alleen in het donker van het laddertje van het stapelbed mocht.  Drie kwartier later ging de wekker al af.  Langzaam kwam de hut tot leven...  Een blik uit het raam beloofde niet veel goeds: er waren veel wolken en het regende...


Maar vreemd genoeg zag het er al veel beter uit toen we tegen 20 over 8 onze rugzak (met regenhoes) op onze rug zwierden - onze buikjes gevuld met zuurdesembrood, yoghurt met honing/suiker en warme chocomelk - en traag maar gestaag ons een weg omhoog baanden naar de Seelücke, die de grens vormt tussen Oostenrijk en Zwitserland.  Het was wel een steile klim, maar echt technisch was het niet.


De Litzner Gletscher (of wat er nog van over blijft) verdween uit het zicht en we doken het Seetal in.  De mooie Seegletscher verscheen en een frisse wind stak op.  Ik had me graag herinnerd waar ik mijn handschoenen had weggestoken!  Het pad was wat onduidelijk maar wel makkelijk, tenminste tot we aan de tweede klim begonnen.  We lieten het mooie dal onder ons en zochten de wit-rood-witte markeringen die op de rotsen waren geschilderd.  Zonder die aanduidingen zou je niet gedacht hebben dat daar een pad liep.  Even op de Plattenjoch kwamen er zelfs kabels aan te pas... en die waren broodnodig!  Zelfs mét kabels was het een heuse uitdaging om ons naar boven te hijsen met die zware rugzakken.


Vroeger kwam er hier van rechts nog een pad bij dat van de Saarbrücker Hütte kwam over de Kromerlücke.  De sporen van dat pad worden nu "uitgewist", omdat het steenslaggevaar te groot geworden is omwille van de smeltende (of gesmolten) gletsjers.


Het pad ging nu weer omlaag, over de restanten van de Plattengletscher.  Het was een moeilijke afdaling met een zeer onduidelijk pad en veel Rutschgefahr.  Maar na een tijd over ijs, steenslag en rotsen te hebben gewandeld, kwam de Tübinger Hütte in zicht.


Het pad werd voor het laatste stuk gelukkig weer wat makkelijker, maar de vele bochten zorgden ervoor dat het toch nog een tijdje duurde eer we bij de hut waren.


Blijkbaar waren we de eerste gasten die aankwamen.  We zetten onze schoenen in het Trockenraum en gingen naar ons gezellige kamertje met twee stapelbedden.


We namen rustig de tijd om ons te wassen.  Dat deed deugd, ook al was het met koud water.  Oh, en dan die verse kleren, die Hüttenschuhe, de brandende kachel en de Brettljause!  Ik schreef het reisverhaal, terwijl mijn twee schatjes spelletjes speelden en de mensen binnendruppelden.


De bergen waren intussen al een hele tijd door de wolken aan het zicht onttrokken.  We hebben veel geluk gehad om droog in de hut te geraken en de hele tijd goed zicht te hebben gehad!


We speelden nog wat spelletjes, maar als Lotte moe is, vindt ze het moeilijk om zich aan de spelregels te houden en haar frustraties te verbergen.

Om 18u45 werd in de Gästezimmer het Bergsteigeressen opgediend: groentesoep met vermicelli, pasta met kalkoenstoverij met champignons en een soort chocomousse.

Tegen 20u konden we maar met moeite onze ogen nog openhouden, dus kropen we maar knus in onze slaapzak.  Gelukkig kraakte deze hut niet zo erg als de vorige.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Het einde van de wereld

Regendag