Capo Calavà & Piscina di Venere

Het was nauwelijks 7u gepasseerd toen we gewekt werden door een bladblazer(?).  Niet dat we dan meteen opstonden, maar het volstond al om geradbraakt uit bed te komen.  Kort samengevat: een lange wandeling zat er niet in vandaag.

Het liep al bijna tegen de middag aan toen met de auto naar het noorden van het eiland vertrokken.

In Calavà parkeerden we onze auto en voor we aan onze wandeling begonnen, aten we eerst de poké-bowls die we onderweg hadden opgepikt.


We moesten eerst de grote baan een tijdje volgen en ik was blij toen we rechts een aarden paadje naar boven konden beginnen volgen.  De ene na de andere hagedis schoot voor onze voeten weg.  Helaas werd onze beklimming begeleid door live muziek van één of ander resort: een paar wannabe Eros Ramazotti's zongen vreselijk vals... en kregen daar nog applaus voor ook...


Al snel stonden we op de rotspunt Capo Calavà, van waaruit we een uitzicht hadden op de kust en de Eolische eilanden.  Van daaruit hadden we een pad over de graat moeten volgen, maar dat was met prikkeldraad afgezet.  We volgden eerst nog een pad naar links, maar dat was niet wat we wilden, dus keerden we maar gewoon op onze stappen terug.  Het gezang - we hielden het niet voor mogelijk - klonk bij het afdalen nóg dramatischer.


Een welgemikte Google-zoekopdracht bracht ons op het idee om naar het meest noordoostelijke punt van Sicilië te rijden en daar te gaan zwemmen in de Piscina di Venere (het Zwembad van Venus).  Vanaf de parking moesten we nog een kilometertje stappen (o.a. over onhandig gedimensioneerde betonnen trappen naar beneden).  Daar kwamen we uit bij een met water gevulde uitsparing in de rotsen, die in verbinding stond met de zee.  Het water was dus (erg) zout maar best wel warm.  Enkel waar vers zeewater binnenstroomde, was het wat koeler.  Een zalige verfrissing op een prachtige locatie, in het gezelschap van mooie visjes en een verdwaalde krab (en niet té veel mensen).


Nadat we voldaan waren, wandelden we terug naar de auto en reden we naar Taormina, een hoger gelegen stadje, niet ver van ons huisje.  Bij nader inzien hadden we ons beter op de allereerste parking gezet (i.p.v. dichter bij de tempel zien te geraken), want we geraakten verstrikt in nauwe straatjes met te veel auto's, voetgangers en brommertjes.  Uiteindelijk waren we zo blij dat we uit het kluwen waren geraakt, dat we gewoon inkopen zijn gaan doen en pizza zijn gaan eten in een restaurantje aan het strand.

Na het eten was de zon al lang onder en gingen we nog even tot bij het water (oh, dat geluid van rollende keien in de branding).  We zagen wel wat sterren, maar het is hier wel triestig gesteld met de lichtvervuiling.  Zelfs sky tracers (bij ons terecht al lang verboden) stralen hier nog vrolijk de lucht in, naar nergens...

Het was alweer laat, dus staken we Lotte maar gauw in bed.  Wij lazen nog even en knipten dan ook het licht uit.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Het einde van de wereld

Regendag