Pizzo Cefalone

We hadden gisterenavond nog zitten snuisteren in ons Rother-gidsje over de Abruzzen: blauwe wandelingen werden bij voorbaat geschrapt en gezien de voorspelde hitte vielen lange wandelingen en tochten op geringe hoogte ook al af.  Ons oog viel op de beklimming van de Pizzo Cefalone, maar daarvoor moesten we ongeveer anderhalf uur rijden tot in Campo Imperatore.  Toch maar de wekker gezet (om half 9).  Het had wel deugd gedaan om in de koelte te kunnen slapen.


Maar zoals gezegd: het was een lange rit.  Niet dat het zo ontzettend ver was, maar het wegdek was erg slecht (in België zouden mensen durven klagen over putten in de weg, maar ze zouden beter hier eens op vakantie komen), met veel draaien en keren.  Doe daarbij nog een hoop fietsers (naar boven zwalpend of met ware doodsverachting afdalend) en het wordt helemaal gekkenwerk.


Toen we uit het bos gereden kwamen, zaten we "ineens" op de Campo Imperatore, een Tibetaans-aandoende vlakte (dat kwam me correct voor, ook al ben ik (nog) nooit in Tibet geweest) met machtige bergen errond en her en der kuddes schapen, vergezeld door een herder en enkele honden.


In één van de laatste bochten voor de sterrenwacht parkeerden we ons langs de kant van de weg.  We ergerden ons al meteen aan een duo dat hun gerief begon uit te stallen op de weg, vlak na de bocht.  Voor zover we weten (en ook wel tot onze verbazing) zijn daar geen accidenten van gekomen.


We ruilden onze lichte schoenen voor onze bergschoenen en met onze rugzak gingen we op weg.  We waren blij dat onze wandeling de meute niet volgde, maar wat een wind!


Gestaag ging het omhoog op een smal bergpaadje, met de Rother-gids in mijn handen, en het was moeilijk om niet terug te denken aan mijn misstap van vorig jaar.  Hier zou zoiets veel slechter aflopen.  Maar het wandelen in de bergen deed deugd en het vertrouwen kwam terug.  We hebben al veel mooie dingen beleefd en gezien deze vakantie, maar in de bergen zijn we pas écht in onze sas.


Voor we het wisten, stonden we bij de Passo La Portella, waar we naar zouden terugkeren na de beklimming van de Pizzo Cefalone.  Verder naar boven!  Geleidelijk werd het pad steiler en technischer, zoals we het graag hebben, en op de duur was het echt klauteren.  Maar de beloning, de top, was prachtig (wat een uitzicht!) en zowaar windstil.  Ideaal dus om te eten bij het topkruis.


Daarna ging het via dezelfde weg terug naar beneden, tot bij Passo La Portella.  De afdaling was niet van de poes!


Er volgde nog een (makkelijkere) beklimming tot bij Rifugio Duca degli Abruzzi en dan de finale afdaling naar de sterrenwacht.  Blijkbaar wordt dit stukje door veel mensen gedaan, alleen maar dat en verder niets, en dat was te zien aan de norsheid van de mensen en de povere schoenenkeuze: er moesten wandelstokken en zelfs paternosters aan te pas komen bij sommigen om weer veilig beneden te geraken (en dan nog).


Zowel de sterrenwacht (van INAF Abruzzi) als het hotel (waaruit een gevangen Mussolini ooit door de Duitsers werd bevrijd) zijn allebei helaas wat in verval, maar er wordt aan gewerkt.


Het was alweer een vermoeiende dag geweest en op de terugrit viel Lotte op de achterbank in slaap, ondanks de vele bochten en het gehobbel.  De rest van de avond deden we het dan ook wat rustig aan: aperitieven, douchen, eten, muziek beluisteren, lezen,...

Reacties

Populaire posts van deze blog

Het einde van de wereld

Regendag