Posadas - Colonia Carlos Pellegrini

Om 8u ging onze wekker af.  Vanuit onze slaapkamer konden we nu de rivier zien schitteren in de zon, met daar boven de brug no man's land tussen Paraguay en Argentinië.  We maakten ons klaar en Wim ging tevergeefs op zoek naar een geopende winkel om brood, terwijl ik Lotte hielp met haar reisdagboekje.

Even voor 9u sloten we met veel moeite de deur achter ons en gingen we op de stoep staan wachten op Gastón, bij wie we ons bezoek aan Esteros del Iberá hadden geregeld.  Hij bracht ons - met tussenstop bij de bakker (wat een heerlijk brood!) tot in Colonia Carlos Pellegrini, goed voor een rit van een uur of drie.  Hoeveel keer hij onderweg aan de telefoon gehangen heeft, kan je niet op twee handen tellen.

De laatste 150km gingen over een overharde, stofferige weg, waarbij we onderweg een oude man oppikten en meenamen in de laadbak.  We kwamen ook nog voorbij 5 mensen, die beduusd aan de kant van de weg stonden te kijken, met achter hen hun kleine maar volledig gedeukte auto.  Waarschijnlijk overkop gegaan, maar iedereen was ongedeerd (en er was al hulp op komst).


Rond 12u kwamen we aan bij onze posada, waar we een mooie kamer kregen toegewezen.  We kregen nog wat informatie en instructies van Gastón, namen afscheid van hem en trokken te voet naar het restaurant even verderop.


Bij ons huisje genoten we nog even van de hangmatten, tot we naar de aanlegsteiger wandelden.  We mochten meteen vooraan plaatsnemen in een boot met buitenboordmotor en weg waren we.  We moesten nog 7 andere mensen oppikken en nog een rare krul door het water maken voorbij een controlepost (?), vooraleer we echt konden vertrekken.


We zaten nog niet lang tussen de vegetatie of we kregen al twee capybara's (carpinchos) in het vizier.  Dan weer vroegen krokodillen om aandacht.  En wij maar foto's nemen, alsof we geen andere dieren meer zouden zien.  Wisten wij veel!  Op een bepaald moment stonden we op bijna raakafstand van 7 (!) capybara's tegelijk.  Ook de krokodillen lieten zich gewillig inspecteren, terwijl ze lagen te zonnebaden.  Ik vond soms wel dat we te dicht bij de dieren kwamen (en dat de mensen achter ons in de boot nogal luidruchtig waren), maar zelf leken ze daar geen aanstoot aan te nemen.  Gelukkig maar!



We kregen zelfs vier herten te zien en een vos!  Zoals Lotte het zelf zei: we zijn gelukzakken.  Jammergenoeg konden we maar een uur of twee bij de dieren blijven.  Daarna voeren we aan hoge snelheid terug naar land, terwijl Lotte lag te slapen op papa's schoot.  Weer die vreemde krul, mensen afzetten, zelf uitstappen,...  De gids beaamde: we hadden veel geluk gehad.



We begonnen te wandelen en werden opgepikt door Gastón.  We gingen iets drinken, Lotte at een stuk taart, en daarna werden we bij de posada afgezet.


We konden pas tegen 20u gaan eten, dus doodden we de tijd met douchen, lezen, spelen,...  Door de donkere straten zochten we onze weg naar het restaurant van vanmiddag.  Gelukkig werden we snel bediend, want anders was Lotte misschien met haar hoofdje in haar bord in slaap gevallen.  Maar snel terug naar de posada en bedje in.  Geen klachten over onze leeslampjes, want ze viel pardoes in slaap.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Het einde van de wereld

Regendag