Uitstap naar Tiwanaku

Het probleem van vannacht was niet meer dat de grond te hard was, of de wind te fel woei, maar dat iedere positie zo zalig goed lag ("l'embarras du choix").

In elk geval stonden we om 8u op de stoep en werden we even later opgepikt door een camionette, die ons naar Tiwanaku zou brengen.  Het viel ons al snel op dat één van onze medereizigers de hele tijd filmpjes zat te maken met zijn fototoestel, van de idiootste dingen eerst.  En het zou nog erger worden ter plaatse: hij zou de mensen van hun sokken lopen om toch maar te kunnen filmen, ook al was dat soms expliciet verboden.  We konden dus maar moeilijk ons gegniffel onderdrukken, toen zijn batterij het stilaan begon te begeven.

Tiwanaku.

Het eerste object dat we te zien kregen, was een enorme monoliet (8m hoog): een afbeelding van een figuur, die wederkerigheid symboliseerde.  Onze gids vertelde dat je dat kon zien aan de "verkeerde" rechterhand (of had die figuur twee linkerhanden?).  Er waren ook nog allerlei inkervingen gemaakt, waarvan misschien een te westerse interpretatie werd gegeven.  Dat de zonnewenden en solstitiën werden aangeduid, daar konden we nog inkomen, maar dat zo'n oude beschaving met 12 maanden en 365 dagen én schrikkeljaren werkte...

De zonnepoort in Tiwanaku.

Daarna passeerden we langs het museum voor keramiek, waar sommige stukken nogal krukkig stonden opgesteld op etagères uit isomo.  Vervolgens gingen we naar de Akapana-piramide, die we vlotjes opkropen, maar waar verder niet veel aan te zien was.  Spectaculairder was het Kalasasaya-complex, een ommuurde tempel, waar belangrijke astronomische tijdstippen konden worden afgelezen bij een mooi versierde zonnepoort.  Er stond daar ook nog een vrij intacte en mooie monoliet, gemaakt uit vulkanisch gesteente.

Na de lunch (waarbij de Columbiaan ongegeneerd het eten opat van andere mensen) trokken we nog snel naar Puma Punku, even verderop, waar enorm zware stukken steen (soms gepolijst) lagen.  De gids was hier nogal gehaast en al snel zaten we terug op het busje naar La Paz.

Onderweg stopten we nog even om foto's te maken van de stad.  De vallei en de omringende hellingen zijn volledig volgebouwd en in de verte zie je de besneeuwde bergtoppen.  Een verzicht vol contrasten, waarvan het moeilijk is om te zeggen of het mooi of lelijk is.

De bergen in de omgeving van La Paz.

Terug in onze kamer, namen we de tijd om onze kaartjes te schrijven.  We pikten onze was op en stuurden nog een mailtje, vooraleer we gingen eten.  Dat was niet echt een succes, want de lasagne was koud vanbinnen en de muziek was een ramp: te opzwepend om te eten, te vals en bovendien viel ze constant uit.  Ik was blij dat we daar weg waren.  Na een deugddoende douche, kropen we in bedje.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Het einde van de wereld

Regendag