Death Valley
Na een veel te warme (maar blijkbaar regenachtige) nacht, ging om 7u de wekker. We baadden toen al in het zweet! Na een snel ontbijt in de kamer, checkten we uit en konden we aan onze rit naar Las Vegas beginnen, maar niet zonder van Death Valley te genieten. Het zou een kleurrijke dag worden, zowel in het nationale park als in Las Vegas.
Eerst volgden we Badwater Road, die ons tot Badwater Basin zou brengen, met 85.5m onder zeeniveau het laagste punt van Noord-Amerika. We stopten eerst bij de Golden Canyon Trail parking, van waar we te voet de weg door de canyon vervolgden. Gelukkig stond de zon nog niet zo hoog, zodat de canyon nog "aangenaam" in de schaduw lag. Dat was al warm genoeg. Sowieso wordt wandelen - omwille van de hitte - afgeraden na 10u...
Onze korte wandeling door de canyon bracht de zweetproductie al aardig op gang, maar de kleuren waren prachtig: grijs, geel, rood, bruin en zelfs groen. Enorm droog, maar heel kleurrijk! En wij maar drinken! Voor het eerst kregen we ook fauna te zien: een zebrastaarthagedis haastte zich over de stenen naar een plekje in de koelte...
We kropen - bezweet - de intussen veel te warme auto in en reden verder. We sloegen een baantje in richting Devils Golf Course. Door de regen van afgelopen nacht lag het er erg modderig bij en door de zijspiegels zagen we onze auto vuiler en vuiler worden. Gelukkig was het niet ver. Het landschap leek het best te vergelijken met een omgeploegde akker met een laag zout over. Steenhard om over te wandelen...
We keerden terug langs het modderige baantje en reden - op asfalt - verder door een veelkleurig rots- en berglandschap tot Badwater Basin. Hier was er een platgetreden pad door het zoutlandschap, omringd door een gelijkaardig landschap als Devils Golf Course. Jammergenoeg hadden (veel) mensen het nodig gevonden om hun naam (en vaak ook die van hun toenmalige liefde van hun leven) in het zout te kerven: vandalenstreken die pas zullen worden weggewassen bij de volgende hevige flash flood.
We zagen op verschillende plaatsen de gevolgen van de regen van afgelopen nacht; modder en steengruis waren op de weg gespoeld en moesten met "sneeuwruimers" worden verwijderd... En natuurlijk het modderbad voor onze auto...
We moesten nu helemaal terugrijden tot aan Furnace Creek, maar we konden in deze richting wel de Artists Drive volgen. Dit smalle, bochtige en heuvelachtige straatje was uiterst amusant om te volgen (ook wel aangenaam dat er geen tegenliggers konden komen) en leidde ons tussen rotsformaties, waarop een kunstenaar in beschonken toestand zich schijnbaar had mogen uitleven met wat potten verf. Overweldigende kleuren, ook hier. Waar eerst te kijken?
Alvorens het park definitief achter ons te laten, volgden we eerst nog Furnace Creek Wash. Een eerste halte hier was Zabriskie Point, net een versteende zandwoestijn met gullies waardoor het water zich bij hevige regen een weg naar beneden baant.
Maar het mooiste uitzicht van de vakantie (tot nu toe) lag nog een goeie 30km verder bij Dantes View. Dit verlengde onze rit vandaag natuurlijk aanzienlijk, maar het was het absoluut meer dan waard. We hadden niet alleen zicht op de veelkleurige bergen, maar in de diepte lag ook het melkwitte Badwater Basin, dat hier eigenlijk beter tot z'n recht kwam dan daar beneden. Een surreëel landschap.
Dan was het helaas tijd om Death Valley vaarwel te zeggen en door te rijden naar Las Vegas. Amper Nevada binnengereden, begon het te druppelen, maar zelfs niet genoeg om de spatten modder weg te spoelen... In Nevada lijkt het precies nodig dat alles groter en spectaculairder is: op gigantische panelen langs de kant van de weg wordt ongegeneerd reclame gemaakt voor medische hulp (voornamelijk tandartsen), tussen reclame voor (vaak ongezond) eten, vuurwerk, wapens en casino's.
Na lange tijd begonnen we stilaan Las Vegas binnen te rijden, de stad van de overdaad. Het woord "bombastisch" schiet tekort: gigantische gebouwen met gouden ramen, een reuzenrad, de Eiffeltoren, de Arc de Triomphe, het Vrijheidsbeeld, flikkerende beeldschermen, roltrappen naar een voetgangersbrug, neonlicht,... Ergens vond ik het een beetje droevig dat zo'n stad écht bestaat.
Ons hotel ligt gelukkig wat in de luwte. Het deed Lotte (en ons ook) deugd om uit de auto te zijn. Die 40°C voelt hier zelfs nog tamelijk ok, na die verschroeiende hitte van Death Valley.
Na een bad om het stof van ons lijf te weken, trokken we er te voet op uit: even gaan eten en onszelf toch even blootstellen aan de gekte van Las Vegas. Het was nog altijd heel warm, maar gelukkig werd er op het terras van het restaurant water versprenkeld!
Ons een weg banend door de mensenmassa keerden we terug naar ons hotel, ons vergapend aan de hoeveelheid "worstauto's", de klederdracht (of het gebrek daaraan) van de mensen, de tollende lichten,...
Veel bedelaars hier ook. Misschien ooit naar Las Vegas gekomen om het grote geluk na te jagen, maar alles kwijtgeraakt aan (gok- en drank)verslavingen...
De melk die we hadden meegebracht in de auto was al veranderd in yoghurt, maar gelukkig kwamen we nog een winkeltje tegen, zodat Lotte met een flesje melk kon gaan slapen.
Reacties
Een reactie posten